Hoe gaat het eigenlijk met onze “je weet wel”-kater?
Negen jaar geleden geboren bij een fokker, de eerste maanden opgegroeid in een hok.
In de flat waar wij woonden kwam hij niet verder dan het balkon buiten.
In onze eerste huis was hij overdag buiten, in de nacht binnen.
In Lisse was hij buiten en binnen wanneer het hem uitkwam: er was een kattenluik waar hij zelf gebruik van maakte.
Hier zijn we weer terug naar: overdag buiten, in de nacht binnen, zonder kattenluik.
Dat ritme lijkt hij enorm goed op te pakken. Hij komt zelf in de avond naar binnen, gelokt door een klein hapje extra lekker voer. Want voor de rest zit hij nog altijd op dieetvoer voor de blaasgruis.
Die eerste vier weken van de vakantie waarin wij druk bezig waren met het huis heeft hij gelogeerd bij Frans en Nel. Op hun appartement, dat ging super goed. Ik kon aan hem merken dat het gezelschap en de liefdevolle verzorging hem heel goed heeft gedaan. De andere optie zou zijn geweest, om al die weken alleen in het huis in Lisse te zijn, met iemand die hem dan dagelijks even zijn brokjes en water zou geven.
Na die tijd bij Frans en Nel hebben wij hem hier een aantal weken binnen gehouden. Aan zijn gedrag merk ik dat hij hier erg rustig is. Niet zo angstig en schrikkerig als in Lisse. Verder zoekt hij, vaker dan in Lisse, ons gezelschap op, dat vinden wij allemaal super. Hij kijkt vrolijk de wereld in en lijkt op zijn gemak. Als het buiten te nat is (en in de nacht), plast en poept hij nog lekker op de kattenbak.
Gisteren heb ik hem “gestalkt” met het fototoestel, dat vind hij eigenlijk maar niks, maar ik wel, dus had hij pech 🙂