E: mama, ik heb een hele grote taart voor jou gemaakt
M: Leuk zeg, goed gedaan!
E: Ik wil hem bewaren in een hele hele grote doos
M: maar die heb ik niet
E: dan moet je maar eentje gaan kopen
M: daar heb ik geen centjes voor
E: dan moet je die maar kopen
M: waar kan ik centjes kopen dan?
E: bij de bank, eerst pinnen en dan komt het geld vanzelf eruit toch?