Op tijd wakker, eieren zoeken.
Lekker brood bakken.
Eieren koken, eieren verven.
Netjes aangekleed, op visite.
Tafel extra mooi gedekt.
Lieve mensen schuiven aan.
Verwend met allerlei lekkers.
Gezelligheid.
Wat heerlijk… deze paasdag.
Bij de schoonouders.
Samen met zwager, schoonzus en neef.