Ik koester zachte schemer
Vliegen spelen ongestoord,
ze landen en bewegen.
De warmte is ongehoord.
Het geel vraagt snel om regen.
Het rechtgekante polderland,
de zomer trillend in de verte.
Loomheid laat de klokken slaan,
het zware werken is gedaan.
Ik koester zachte schemer
als stilte in mijn hand.
Een vogel vliegt in laatste zonnestralen
bijeen gescharreld op het land.
Gedicht van W Melker